We zien het al een tijdje. Er komt steeds meer druk op de zorg. Huisartsen trokken al publiekelijk aan de bel en al tíjden is er grote onvrede over de wachttijden bij de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). CZ noemde als eerste dat niet meer gegarandeerd kan worden dat zorg voor iedereen toegankelijk is.
Ik werk in een FACT team dat dit jaar voor het eerst een wachtlijst moest gaan hanteren. We vonden het allemaal een vreselijk besluit, maar we konden niet anders. En waar ligt het nu aan? Niet aan één enkele factor in ieder geval.
We zagen dat de corona periode een zware wissel heeft getrokken. Niet alleen op de patiënten die we in zorg hebben, maar ook op onszelf. Ik denk dat de helft van ons team in nasleep van de corona pandemie is uitgevallen door burn-out klachten.
Daarnaast is er steeds minder mogelijkheid om je patiënten geplaatst te krijgen voor bijvoorbeeld een klinische opname, omdat steeds meer klinieken hun deuren sluiten. Ook voor psychologische diagnostiek en behandeling zijn wachttijden. De patiënten die naar ons verwezen worden kampen met steeds ernstiger problematiek.
We zagen de aanmeldingen groeien en ons team uitvallen. Om de zorg te kunnen blijven geven aan de patiënten die wel al in zorg hadden moesten we dus een wachtlijst gaan hanteren. Dus toen ik het bericht las van CZ dacht ik alleen: “het is al lang zo”. Het is al lang zo dat niet iedereen de zorg krijgt die hij/zij nodig heeft.
Recent kwam daar ook het bericht van het trimbos bij dat een kwart van de Nederlanders een psychische stoornis meldt. Dat is zorgelijk. Zeker met de wachtlijsten die er zijn.
We leven in een gekke wereld. We hebben te maken met klimaatveranderingen, stijgende prijzen, krapte op de arbeidsmarkt en dus meer druk op de zorg. Maar gelukkig is het niet alleen maar kommer en kwel. Ik zag hoe inventief de mensen om mij heen zijn en hoe veerkrachtig. Met de beperkte(re) middelen die we tot onze beschikking hebben wordt nog steeds goede zorg geleverd. Mensen staan voor elkaar op, geven ruimte en helpen elkaar.
Het is belangrijk om oog voor elkaar te hebben. Niet alleen voor onze patiënten, maar ook voor elkaar als collega’s. Met elkaar kunnen we onze veerkracht vergroten. En het is daarbij belangrijk om goed de eigen balans in de gaten te houden, want alleen zo kun je je dagelijkse bezigheden ook volhouden.
Ik heb geen oplossing voor de wachtlijsten in de zorg. Ik kan wel kijken naar wat ik kan bijdragen om anderen te helpen. En ik doe het op een manier die bij mij past. Met zoveel mogelijk oog voor de ander, en oog voor de balans. En wat mooier dan zo nu en dan ook mijn paarden in te kunnen zetten als extra spiegel?